EVT in hoger beroep tegen uitspraak kort geding

Spathoek EVT kort geding
Rederij EVT gaat in hoger beroep door middel van een spoed appèl tegen de uitspraak die gisteren is gedaan. EVT heeft per 1 februari geen recht meer op medegebruik van de bestaande aanleginrichtingen in Harlingen en op Terschelling. EVT wil dat dit spoed appèl voor 1 februari dient. Omdat het vonnis in reconventie is uitgesproken, mag EVT ook niet op de uitkomst van een eventueel hoger beroep wachten en door blijven varen, maar moet het gehele haventerrein ontruimd zijn.
Visie EVT
Rederij EVT vindt dat de uitspraak ervoor zorgt dat Rederij Doeksen feitelijk weer een monopolie krijgt en dit in strijd is met de Europese regels voor vrije handel, de cabotage. Of deze cabotage op deze veerdiensten over de Waddenzee van toepassing is, is nog in behandeling bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) voor de rechtsgang rondom de concessie. EVT vindt daarom ook dat voor deze kwestie de uitspraak van het CBb afgewacht moet worden. De uitspraak wordt in 2015 verwacht en zal uitsluitsel moeten geven over of en in welke vorm een concessiestelsel mogelijk is. De rechter oordeelde in het kort geding echter duidelijk dat deze zaak niet binnen de concessie behandeld moet worden, omdat er tot het definitief worden van de concessie een Openbaar DienstenContract (ODC) geldt.
Naast twijfels over de bescherming van Rederij Doeksen door de Staat, heeft EVT twijfels bij de financiën die door Doeksen zijn gepresenteerd. EVT is van mening dat Doeksen met een marktaandeelverlies van 20 procent niet zeer binnenkort om zou vallen. Rederij Doeksen zou volgens EVT een te grote kostenstructuur aanhouden en vindt het niet aannemelijk dat Doeksen geen steun zou krijgen van het moederbedrijf. EVT benadrukt dat een gezonde concurrentie in het belang is van de reizigers en dat de toenemende bezoekersaantallen naar Terschelling dit ook aantonen.
Doeksen en burgemeester Vlieland blij
Rederij Doeksen is blij met de uitspraak van het kort geding, maar voelt zich nog niet helemaal zeker door het appèl dat door EVT is aangetekend. Doeksen valt het op dat EVT niet opgeeft, maar relativeert dit door te stellen dat EVT altijd volhardend is geweest. Ook burgemeester Schadd-de Boer van Vlieland is blij met de uitspraak in het kort geding. Voorlopig betekent dit dat Rederij Doeksen in de winter een volledige dienstregeling blijft varen en dat is positief voor de eilanden. De burgemeester is blij dat de rechter het maatschappelijk belang voor de eilanden zwaar heeft laten meewegen. Ook ziet zij dat de uitspraak in het kort geding aangeeft dat de beslissing van Mansveld (om EVT per 1 februari het medegebruik op te zeggen, red.) juridisch houdbaar is.
Uitspraak concessie CBb
De uitspraak van het kort geding is een van de meer belangrijke uitspraken geweest in de rechtszaken van EVT, omdat hier voor het eerst expliciet over het recht om te varen wordt gesproken. Deze uitspraak ging over de procedures binnen het ODC, de tijdelijke regeling totdat er een concessie wordt verleend. De andere belangrijke zaak omtrent het recht om te varen en eventuele alleenrechten is die door het CBb behandelt wordt. Hier wordt gewacht op beantwoording van vragen aan het Europese hof. Deze vragen gaan over de toepasbaarheid van concessiestelsels op de Waddenzee. De uitspraak van het CBb wordt in 2015 verwacht. Uit de stukken van het kort geding blijkt dat EVT hier ook een toekomst ziet en eventueel mee wil dingen naar een concessie.

Bronnen: EVT, Uitspraak kort geding (rechtspraak.nl), Omrop Fryslân