College van beroep stelt uitspraak concessie uit
De in 2011 onderhands gegunde concessies aan Wagenborg en Doeksen werden aangevochten door EVT en Wadden Transport. In januari vond een onderzoekszitting plaats bij het College van Beroep van bedrijfsleven (CBb), die uitsluitsel moet geven of de concessie op juiste gronden onderhands is verleend aan de zittende reders. Het college van beroep doet echter nog geen uitspraak, omdat er nog enkele vragen zijn.
Zo zijn er vragen omtrent of het aanmerken van de Waddenzee in strijd is met de cabotageverordening; dat er vrij gevaren mag worden op zee. Verder zijn er vooral vragen
omtrent de PSO-verordening, welke en omlijning geeft aan concessies. Hier gaat het vooral om het feit of deze verordening zonder meer toepasbaar is in deze situatie van vervoer over water.
Deze vragen zijn gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg. Dit betekent dat het onderzoek niet afgerond kan worden en de uitspraak van het CBb uitgesteld wordt.
Hierdoor komt er nog geen eind aan de strijd tussen vooral EVT en Doeksen. Zolang er nog geen uitspraak van het CBb is, zal de concessie niet ingaan en de situatie van het Openbaar Dienstencontract (ODC) blijven gelden. Dit betekent dat EVT door kan varen, gebonden aan de venstertijden. Rederij Doeksen dient nog steeds de voorwaarden van het ODC aan te houden. EVT kan hierdoor nog steeds 3 afvaarten per dag bieden in het zomerseizoen, waar het meeste te verdienen is. In de rustigere maanden vaart EVT meestal 1 keer per dag. Zolang Rederij Doeksen de concessie niet krijgt, zal er waarschijnlijk geen nieuw schip komen.
Rederij Doeksen reageert op haar eigen blog:
“Deze vertraging is niet goed voor de noodzakelijke duidelijkheid, niet goed voor de reiziger. Het kan serieuze negatieve consequenties hebben voor het vervoer van en naar de eilanden. Wij gaan de motivatie nu eerst nader bestuderen. Overigens zal naar verwachting van Rederij Doeksen ook de overheid de consequenties van deze verdere vertraging op een rij moeten zetten, gelet op de ontstane situatie.”
Wanneer de definitieve uitspraak wel zal volgen, is niet bekend. Als dan de uitspraak wordt gedaan dat de onderhandse gunning geoorloofd is, zal EVT direct moeten stoppen met vervoer aanbieden voor iedereen. Dit betekent dan ook dat de concessietermijn ingaat. Mocht de onderhandse gunning afgewezen worden, zal er opnieuw gekeken moeten worden naar het vormgeven van de markt.
Bron: rechtspraak.nl, Rederij Doeksen Blogboek .