Gaat de veerboot nog als het stormt?

Golfhoogte sneldienst Vlieland
Passagiers die regelmatig met de veerboot reizen, zullen zich wel eens afvragen of een schip onder alle omstandigheden kan blijven varen. Hieronder een antwoord op vragen over de beperkende (weers)omstandigheden bij de veerdiensten.
Bij welke weersomstandigheden vaart de boot niet meer?
De verschillende rederijen zullen er zoveel mogelijk aan doen om het schip volgens dienstregeling te laten varen. De rederijen streven naar continuïteit en zekerheid voor de passagiers. Het weer kan echter ruw zijn en kan er daarom voor zorgen dat veerdiensten ontregeld raken. Welke weersomstandigheden kunnen voor problemen zorgen?
- 1. Storm, harde wind.
- Windkracht
- Golven
- Hoogwater
- 2. IJsgang
Hoe hard stormt het als de boot niet meer vaart?
Vaak worden veerboten uit de vaart genomen als er een storm is, maar de wind alleen is niet de enige factor. Vaak gaat een storm gepaard met hoogwater doordat het water naar de kust gedrukt wordt en een verhoging van de waterstand veroorzaakt. Ook zorgt een storm voor hoge golven, wat voor enkele schepen een probleem zal vormen. De drie factoren zullen apart besproken worden, maar hangen wel samen bij het besluit om een schip eventueel niet te laten varen.
Tot welke windkracht vaart de veerboot?
Een zeer harde wind kan er voor zorgen dat een veerboot lastig te manoeuvreren is. Veerboten hebben veelal een groot windvangend oppervlak, wat er voor zorgt dat het schip door de wind wordt weggedrukt. Het wordt vaak lastig wanneer de wind dwars op de veerdam of kade staat en het schip tegen de kade aan moet manoeuvreren. De boegschroeven en de schroeven achter moeten in zo’n geval genoeg tegenkracht kunnen geven aan de wind met een marge. Om veilig aan te kunnen leggen worden er vanaf Bft 6 vaak sleepboten of een spring (een soort hulptros) gebruikt om aan te meren. Bij zeer zware stormen, boven de 10 Bft, vaak samen met harde windstoten, kan een boot onverwachte bewegingen maken door de wind en is aanleggen altijd lastig. De kapitein kan in zulke situaties besluiten niet uit te varen of niet aan te meren.
Voorbeelden:
Bij de storm een maand geleden besloot de kapitein van de King Seaways terug naar zee te gaan, omdat het manoeuvreren te lastig was met de harde wind.
Op Terschelling zijn al enkele veerboten op de zuidelijke havendam gelopen met storm.
Voorspellingen:
Op Windfinder kan per locatie een goede windvoorspelling gegenereerd worden. Ook kan op een kaartje het verloop van een eventuele storm bekeken worden.

Tot welke golfhoogte kan de veerboot varen?
Bij een storm zullen ook altijd golven ontstaan. Deze golven kunnen ervoor zorgen dat passagiers zeeziek worden of dat het schip hard terechtkomt op de golven (slamming). De kapitein kan dan besluiten om het schip niet te laten varen uit belang van de passagiers en/of het schip. Een groot schip kan in principe hogere golven aan dan een klein schip. Ook speelt het vaargebied van de schepen mee. Zo varen de veerboten naar Texel en Vlieland door een zeegat, maar zijn de veerdienstroutes naar de andere eilanden meer in beschutting van het eiland. De veerdiensten naar Engeland varen over de Noordzee en kunnen daardoor ook last hebben van de hoge golven. Zo hebben de schepen van DFDS vaak vertraging als er hoge golven op de Noordzee zijn. De sneldienst naar Schiermonnikoog vervalt meestal bij een golfhoogte hoger dan 0,5-1 meter. De sneldienst vaart niet meer naar Vlieland als de golven hoger dan 2,5-3 meter zijn. Veerdiensten naar Texel en Vlieland kunnen opgeheven worden als er te grote brekers lopen in de zeegaten, dit komt voor bij extreme golfhoogtes boven de 5-6 meter.
In het verleden is de Polarstern van de AG Ems op de terugreis vanaf Helgoland door een hoge golf beschadigd geraakt, hierbij raakten ook 24 mensen gewond. Ook de snelle veerboot van Stena Line tussen Hoek van Holland en Harwich heeft een keer averij opgelopen door een hoge golf.
Voorspellingen van de golfhoogte worden redelijk accuraat gegeven op Windfinder en Windguru. Ook zijn er diverse websites voor surfers met voorspellingen van de golven.

Bij welke waterstand kan de veerboot nog aanleggen?
De waterstand bestaat uit het astronomisch getij en een eventuele verhoging of verlaging van de waterstand door de weersomstandigheden. Het astronomisch getij is ver van tevoren bekend en afhankelijk van de stand van de zon en de maan. Wanneer de zon en de maan het water dezelfde kant op trekken is er sprake van springtij, bij nieuwe en volle maan. Door de wind en weersomstandigheden kan het water nog verder opgestuwd of weggeblazen worden. Bij een stormachtige wind uit het westen tot noorden is er sprake van een verhoogde waterstand en bij oosten- tot zuidenwind is er sprake van een verlaagde waterstand. Door het verschil in waterstand zijn er getijbruggen of pontons voor de veerboten naar de eilanden aanwezig. Het kan echter zo zijn dat door extreme waterstanden de veerboot te laag of te hoog ligt om gebruik te maken van de bruggen. In dit geval loopt de veerdienst vertraging op of worden er afvaarten gewijzigd of geschrapt. Bij extreem laag water kunnen veerdiensten ook vertraging oplopen omdat er niet genoeg water onder de kiel is. Op de dienst naar Ameland (en Schiermonnikoog) gebeurt dit al bij een waterstand lager dan ca. 2 meter onder NAP. Naar Terschelling en Vlieland komt dit bijna niet voor omdat er maar enkele knelpunten (o.a. de autobruggen) zijn die pas bij een waterstand van ca. 2,50 meter onder NAP problemen vormen.
Bij hoogwater kan de veerboot soms niet meer onder de getijdebrug komen. Dit is afhankelijk van de hoogte van de autobrug en de hoogte van het dek van de veerboot. Bij de meeste eilanden ligt deze grens ergens bij de 2,50 meter boven NAP, maar dit is afhankelijk van schip en haven. Wordt het water nog verder opgestuwd, dan kunnen ook de kades onder water lopen en wordt ontschepen van de veerboten lastig. Komt het water boven het alarmpeil van Rijkswaterstaat, dan worden stormvloedkeringen gesloten.
Voor de internationale veerdiensten vormt de waterstand meestal geen probleem, omdat de havens waar deze schepen gebruik van maken geschikt zijn voor grotere diepgangen. Een extreem hoge waterstand zou echter wel de kades onder kunnen doen lopen.
Voorbeelden:
Door hoge en lage waterstanden moeten de veerdiensten naar de eilanden soms op andere tijden varen of worden afvaarten geschrapt. Soms moeten de pieren van Holwerd, Ameland en Schiermonnikoog gesloten worden door de hoge waterstand.
Voorspellingen:
Rijkswaterstaat geeft op de website meetadviesdienst.nl de voorspelling van de waterstand.


Tot welke ijsdikte vaart de veerdienst?
IJsgang kan de veerdiensten ook belemmeren. Bij lichte ijsgang, of zelfs al bij papijs, worden de snelboten uit de vaart gehaald. Dit komt omdat deze schepen van aluminium zijn en geen ijsversteviging hebben. Bovendien kunnen de waterjets beschadigd raken door het ijs. Wanneer zich meer ijs vormt in de Waddenzee wordt de betonning vervangen door speciale boeien. Bij nog groter wordende schotsen kunnen boeien onder het ijs gaan schuiven en zich verplaatsen, waardoor veerboten dan nog wel blijven varen, maar alleen overdag. Zo is er meer zicht op de ijssituatie. De schepen van Vlieland en Terschelling varen dan het gezamenlijke gedeelte van de vaarweg in konvooi. In de havens en bij de pieren, ook bij Ameland en Schiermonnikoog, worden ijsbrekers ingezet. Wanneer de ijsgang echt zwaar wordt zullen ook de veerdiensten buiten dienst gesteld worden, maar dan heeft er al lang een Elfstedentocht plaatsgevonden… Als de veerdiensten niet meer door het ijs komen, zal er waarschijnlijk een luchtbrug ingesteld worden.
Voorbeelden:
In de winter van 2011-2012 werden de veerdiensten behoorlijk ingeperkt door de ijsgang in de Waddenzee. In de beruchte winters van bijvoorbeeld 1963 en 1979 waren de eilanden slecht bereikbaar, naar de eilanden werd dan een luchtbrug ingesteld.
Voorspellingen:
Momenteel zijn er bij Veerbootinfo.nl geen openbare informatievoorzieningen beschikbaar over de ijsgang in Nederland.
